Keizer Wilhelm II als brandbestrijder

Door Marcel Bos

Keizer Wilhelm II liet zich van zijn beste kant zien als banneling in Huis Doorn. Hij bezat een innovatief brandblusinstrument, een met benzinemotor, een ‘Salve’-handstart en een centrifugaalpomp.

Driebergenaar Jaap Holwerda is rondleider in Huis Doorn en verdiepte zich met cultuurwetenschapper Jan Pellicaan en brandwacht Tim Wiessner in Wilhelm zijn geschiedenis als brandbestrijder.

Alle dorpen op de heuvelrug profiteerden van de brandweerspuit die nu in bezit is van het Brandweermuseum Hellevoetsluis. Holwerda: “Keizer Wilhelm II was bij brand vaak eerder aanwezig dan de vrijwillige brandweer. Een verslag uit de plaatselijke krant destijds meldt: ‘Zijne Majesteit de keizer was het eerste met zijn brandspuit op de plaats des onheils en nam met Prins Oskar, diens gemalin, zijn adjudant, de heren van het hof, de tuinbaas en het gehele personeel krachtig deel aan het blussingswerk. Het betrof hier een brand in de Rose Villa te Driebergen, waarna de keizer de getroffen bewoners ook een tijdelijk onderdak verschafte’ ."

Foto onderschrift: Dit begin vorige eeuw innovatieve brandblusapparaat was in het bezit van Keizer Wilhelm II die in Huis Doorn woonde. Bij een brand was de keizer vaak eerder ter plaatse dan de vrijwillige brandweer.

Ik deel uw leed

De keizer verdiepte zich ook in individueel leed. Toen een boomrooier van Huis Doorn zijn kind verloor, liet de keizer bij de begrafenis een krans met opschrift ‘Ik deel uw leed’ bezorgen. Bij een klein meisje in het dorp waarvan de porseleinen pop kapot was gevallen, bewoog hij hemel en aarde om haar een gelijkend exemplaar te bezorgen. Wilhelm II werd erg geliefd op de Heuvelrug en als dank schonk de keizer de Doornse bevolking het Rosarium dat vrije toegang had voor de dorpsbewoners, maar toeristen betaalden een kleine heffing. In 1928 kreeg het Rosarium 30.000 bezoekers, veelal aangevoerd per bus. De erkentelijkheid tussen bevolking en keizer was wederzijds. Op zijn verjaardag kreeg Wilhelm II veel geschenken aangeboden. Holwerda: “Na een kort ziekbed overleed de keizer op 4 juni 1941.

Krans van Hitler

Hij wilde in Doorn bijgezet worden, maar beslist níet in Nazi-Duitsland, maar hij had het niet voor het zeggen. De keizer werd bijgezet in het kleine kapelletje op het landgoed dat uitpuilde van de nazisymboliek. Hitler had aangegeven dat de grootste krans van hem moest komen. De inwoners van Doorn kwamen hier voortijdig achter en zij zorgden ervoor dat de grootste krans van hen afkomstig was. Er kwam een bloemstuk met duizend rode rozen en een kruis van orchideeën. Het kolossale bloemstuk overtrof in grootte en schoonheid Hitlers krans. Naar verluidt beenden SS-vertegenwoordiger Rauter en Rijkscommissaris Seyss-Inquart woedend voortijdig weg van de plechtigheid. Keizer Wilhelm II verloor de Eerste Wereldoorlog, maar hij won de harten van de dorpsbewoners.

Dankbrief gemeente Maarn

Maarn 5 augustus 1930

Zeer geachte heer von Ilsemann,

Uw Hoogwelgeborene verzoeken wij Zijne Majesteit de Keizer nadrukkelijk te bedanken voor het sturen van de brandspuit naar Maarsbergen op 31 juli 1930.

Onder mijn dankzegging, teken ik met de verzekering van mijn buiten gewone hoogachting,


Uw dienende,


Aan:

Zijne weledelgeboren heer Majoor von Ilsemann, Vleugeladjudant z.m. de Keizer en de Koning ,

Liefdadigheid van Keizer Wilhelm tot ver buiten Utrechtse Heuvelrug

De liefdadigheid van Keizer Wilhelm II beperkte zich als bewoner van Huis Doorn niet alleen tot de Heuvelrug. Toen in 1927 het Gelderse dorp Lichtenvoorde door een stormramp getroffen werd, liet de keizer meteen levensmiddelen en dekens brengen. Bij een overstroming in het land van Maas en Waal stuurde hij een hele voorraad wollen ondergoed en sokken.

Foto onderschrift: Keizer Wilhelm II